Op 6 mei maakte spreker Karim Landoulsi duidelijk dat het motto van 2018 niet heel erg duidelijk op ons netvlies staat. Of, zoals je wilt, in ons denken verankerd is. Ook ik moest nadenken wat het ook al weer was, ik geef het toe. Hoe komt dat nou? Je bent er mee bezig, je zoekt als team God om een nieuw motto te ontvangen voor 2018. Je ontvangt het, je presenteert het, je spreekt er over. En dan, na een paar maanden, verdwijnt het naar de achtergrond. Voor mijzelf kan ik allerlei excuses opwerpen. We zitten echt niet stil als leidersteam. Naast ons gezin en ons werk zijn we echt druk geweest. Denk aan gesprekken die we hadden met mensen, aan de voorbereiding van de gemeenteavond, aan nieuwe wetgeving die ons dwingt om reglementen en beleid te maken over privacy.

En toch….het is voor mij geen excuus. Het gaat er niet om dat ik het motto uit mijn hoofd ken. Het moet niet zo zijn dat je in de kerk het gevoel van de middelbare school ervaart. Je hebt je huiswerk niet goed gedaan en dan zegt de leraar aan het begin van de les: ‘Ik begin maar eens met een kleine overhoring…’ Kent u dat? Ken jij dat? De schrik? De steen in je buik? Dat je hoopt dat hij jou overslaat? Of dat je juist heel blij bent dat je het antwoord heel toevallig wel weet? Het doel van de leraar is, dat je kennis en vaardigheden op doet. Dat je klaar bent voor wat gaat komen. Hij denkt aan het volgende leerjaar of aan de MBO opleiding of de universiteit die volgt. Jouw doel is om die les te overleven. Als de les is afgelopen ga je naar de volgende les. Of het is pauze. En je denkt er niet meer aan. Maar er komt een moment dat je zelf in de gaten krijgt dat al die lessen, overhoringen en repetities ergens naartoe gaan. Dat je ook zelf ziet dat het een stuk voorbereiding voor iets anders is. Bij de één komt dat inzicht wat eerder dan bij de ander. En soms komt dat inzicht als het te laat lijkt te zijn. Als je bent blijven zitten, bent gezakt of van school bent gestuurd….

Zo is het ook met een motto. Of, zoals je wilt, met de Bijbel. God denkt aan wat nog gaat komen. Hij geeft je gedeeltes, teksten, een motto om te leren. Hij denkt aan jouw geestelijke ontwikkeling. Aan de situatie waarin je terecht zult komen. Aan je moederschap of vaderschap. Aan de omstandigheden in je familie. Aan de bediening die je eens zult krijgen.

Ik was 14 toen ik werd gedoopt. Ik ben dus al 41 jaar bewust Christen. En nog gedraag ik mij af en toe nog als een kind in ontwikkeling. Leg ik de wijze raad van Vader naast me neer. Ga ik voorbij aan de les van mijn leraar, de Heilige Geest. Gelukkig mag ik nog steeds een kind van de Vader zijn.

In Efeze 4 staat dit: 11 En Hij heeft dus geschenken gegeven aan de gemeente: Hij maakte sommige mensen tot boodschappers van God, anderen tot profeten, anderen tot evangelisten, en weer anderen tot herders en leraren. 12 Zij moeten de gelovigen helpen geestelijk volwassen te worden. Zij leren hun hoe ze elkaar en de Heer moeten dienen, zodat het Lichaam van Christus sterk en volwassen wordt. 13 Zo zullen wij allemaal helemaal één worden in het geloof. En zo zullen we de Zoon van God goed leren kennen. Dan zijn we geestelijk volwassen, helemaal vol van Christus. 14 Dan zijn we geen onvolwassen mensen meer die steeds van gedachten veranderen. Dan lijken we niet meer op golven die op en neer en heen en weer geslingerd worden door de wind. Daarmee bedoel ik: dan geloven we niet meer zomaar alles wat allerlei bedriegers ons proberen wijs te maken. Want ze proberen ons allerlei verkeerde dingen te leren.

God wil dat we groeien naar die geestelijke volwassenheid. Misschien ben je geen studiebol. Misschien ben je geen lezer. Dat kan! Dat weet God, Hij heeft je geschapen. Hij heeft talenten in je gelegd. Er zijn mensen die niet voldoen aan de normen die in onze maatschappij worden gesteld, maar die van God een taak krijgen, die ze in de maatschappij nooit zouden hebben gekregen. God vraagt geestelijke volwassenheid. En daar mogen we naar toe groeien.

Dat betekent, als je tot het inzicht bent gekomen dat God je voorbereid voor wat gaat komen, dat je aan de slag gaat met wat er op je pad komt. Zoals mensen dat hebben gedaan in de 12 gespreksgroepen rond het boek Jezus Leven.

Als ik dan terugkeer naar het motto, dan denk ik: Heer, ik loof U. We hebben uw nam aangeroepen toen we bezig waren met de voorbereiding van het project. Dat doen we nu weer, om U te danken! Afgelopen zondag mochten we luisteren naar getuigenissen van mensen, hun verhaal over hoe ze God hebben ervaren in hun leven. De machtige daden van God, die we aan elkaar bekend maakten. Er gebeurt veel in de gemeente. Soms ook dingen waar we niet over kunnen uitweiden, die we niet zo maar bekend kunnen maken. Maar ze gebeuren wel! Hij geeft antwoord en bevestiging op vragen die wij hebben, Hij spreekt. Hij werkt in harten van mensen, waardoor zij gehoorzaam zijn en hun leven verandert.

Het is de tijd om ernst te maken met je relatie met God. Om je uit te strekken naar Zijn doel in je leven: Dat je Hem eert in alles wat je doet, alles wat je zegt, alles wat je denkt. Zie ook de afbeelding op bladzijde 10. 11 Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt. Laat u de erekroon door niemand afnemen. 12 Wie overwint, zal Ik maken tot een zuil in het huis van mijn God, een zuil die daar eens en voorgoed zal staan. Daar zal Ik de naam van mijn God op schrijven en de naam van de stad van mijn God. Die stad is het nieuwe Jeruzalem, dat mijn God uit de hemel zal laten neerdalen. En Ik zal mijn nieuwe naam er ook op schrijven. 13 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt. (Openbaring 4:11-14, Het Boek)

Gerdo