Lees Jesaja 58. In de vertaling van Het Boek staat boven dit hoofdstuk: Godsdienst of dienst aan God. Die titel die pakte me meteen al. Godsdienst, of dienst aan God. Ben ik Godsdienst aan het bedrijven, of dien ik God werkelijk? Overigens geeft de Basis Bijbel er een andere titel aan: ‘Godsdienst zoals God het bedoeld heeft’. En als we dan toch bezig zijn: de Herziene Staten Vertaling heeft als titel ‘Schijnvroomheid’. Alle drie de titels geven een samenvatting van waar dit hoofdstuk over gaat. Maar alle drie vertalingen lijken een andere benadering te kiezen in hun titel. De titel van het Boek zou je als een vraag kunnen zien, of als een stelling die je kan overdenken: Godsdienst? Of dienst aan God? De basis Bijbel lijkt een richting te geven: dit is zoals God het graag wil en Hij laat zien wat zijn verlangen is ‘Godsdienst zoals God het bedoeld heeft’. De Herziene Staten Vertaling lijkt streng en veroordelend te zijn, door één beschrijving te geven, die niet positief klinkt en waarschuwend is: ‘Schijnvroomheid’. Pas op! Waak er voor!
De stem mag dan van Jesaja zijn, maar het is God die spreekt tegen zijn volk. Kunnen wij nu nog iets leren van de woorden van Jesaja? Zijn de woorden van God actueel en ook voor ons bedoeld? Daar heb ik over nagedacht. De Bijbel zegt dat Jezus Christus gisteren, heden en tot in eeuwigheid Dezelfde is.(Hebr. 13 : 8) én Jezus zegt zelf: Ik en de Vader zijn Één. (Johannes 10 : 30). Daar leidt ik uit af dat ook God gisteren, heden en tot in eeuwigheid Dezelfde is. Hij is onveranderlijk, ook als het om zijn principes gaat. De Bijbel zegt ook: 9 Maar jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn een uitgekozen volk, een koninkrijk van priesters, een volk dat bij God hoort en dat zijn eigendom is. [a] Jullie zijn uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Hij heeft jullie uit het donker geroepen om in zijn heerlijke licht te komen leven. (1 Petrus 2: 9) Als God onveranderlijk is en wij zijn volk zijn, dan spreekt God ook vandaag nog zijn principes uit tegen ons. Principes die gaan over het bedrijven van Godsdienst of dienst aan God. Over Godsdienst zoals God het bedoeld heeft, over schijnvroomheid.
Het klinkt allemaal zo streng en zo veeleisend. Schijn vroomheid. Maar als je het goed leest, proef je het verdriet van God. Hij vertelt Jesaja waarom hij moet zeggen wat hij moet zeggen. De reden is dat de mensen wel bij God komen, maar niet beseffen wat ze doen en waarom ze het doen. Ze lijken graag bij God te willen zijn, maar wat is hun motivatie? En hoe zijn ze daar mee bezig? Moet je je voorstellen dat je een goede vriend hebt, die regelmatig bij je komt. Je verheugt je er op dat hij komt. Maar hij komt alleen als jij net salaris hebt gekregen en als hij komt vraagt hij telkens of hij wat geld van je kan lenen. Elke keer weer hoop je dat het anders is. Elke keer weer denk je terug aan momenten dat het wel goed ging en dat hij naar jou vroeg, zonder zelf iets te verlangen. Maar telkens weer is het een teleurstelling. Je zou het gevoel hebben dat je gebruikt wordt. Je zou je afvragen of dit nou echte vriendschap was.
Dat is het verdriet van God. De mensen komen wel, maar wie komt er nou echt voor Hem, wie luistert er nou echt naar Hem, wie kent Zijn hart? Wie kent zijn verlangens?
Schijnvroomheid is, dat je alles keurig doet zoals het geschreven staat (of misschien nog niet eens alles helemaal zoals het geschreven staat, dat je het zelfs maar half doet), maar dat je het doet zonder dat je hart daarbij betrokken is. Zonder dat je beseft wat er op het spel staat. Zonder dat je ook maar aan Gods’ verlangen naar jou denkt. Dat is godsdienst bedrijven. Bezig zijn met Godsdienst, maar niet bezig zijn met God. Ik kan alleen maar voor mijzelf beantwoorden hoe dat bij mij is. Bedrijf ik Godsdienst, of ben ik in dienst van God? Doe ik alles op de automatische piloot, zonder God er bij te betrekken, zonder aan God te denken? Of dien ik mijn meester en buig ik mij voor Hem? Heb ik een relatie met Hem, onderhoud ik die ook. Ik moet bekennen dat er momenten zijn dat ik Godsdienst bedrijf. Maar ik wil dat het anders is. Ik verlang er naar een relatie met God te hebben en zijn dienstknecht te zijn. Ik voel me soms net als Paulus: wat ik wel wil doe ik niet en wat ik niet wil doe ik wel. Maar naar welke kant slaat de balans door?
God verlangt er naar dat mensen vrij zijn, dat mensen genoeg te eten hebben, dat zij gekleed zijn, dat er geen verdrukking is, dat lasten worden weggenomen, dat mensen voor elkaar zorgen en elkaar liefde betonen. Wat God in Jesaja 58 beschrijft is wat Jezus Christus, de Zoon van God, heeft waar gemaakt. Hij heeft het juk waar mensen gebukt onder gaan weggehaald, Hij brengt genezing, herstel en bevrijding. En Hij verlangt dat wij die boodschap verder brengen en bekend maken in de wereld om ons heen. We zijn immers zijn volk, een Koninklijk priesterschap, uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Als je kind van God bent, als je Christen bent, wat betekent dat dan voor jou? Bedrijf je Godsdienst? Ga je op zondag naar de kerk en dat was het? Of ben je een dienstknecht van God, die relatie met Hem heeft en denkt aan Zijn verlangens. Dat je deel bent van een uitgekozen volk, een koninkrijk van priesters, een volk dat bij God hoort en dat zijn eigendom is. Uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Uit het donker geroepen om in zijn heerlijke licht te komen leven.
Wat een geschenk, dat wij als volk van God de Heilige Geest mogen ontvangen. We kunnen niet zonder Hem in ons leven met God en voor God. Hij is de Geest van de waarheid, de Geest van wijsheid en inzicht, van raad en kracht, de Geest van kennis en van ontzag voor de Here. Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij jullie de weg wijzen naar de volledige waarheid. Wat Hij jullie zal zeggen, heeft Hij niet uit Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort, en Hij zal bekendmaken wat komen gaat. (Johannes 16:13 Het Boek)
Gerdo