Gemeente. Volgens het woordenboek van mijnheer van Dale betekent dit: ‘vereniging of gemeenschap van gelovigen’. Ik houd van taal. Ik vind het mooi hoe in sommige woorden al weer een hint wordt gegeven over de betekenis. Wat denkt u van het woord ‘vereniging’? Ver-een-igen. Dat betekent samenvoegen. Maar het woordje ‘één’ zit er ook in verborgen. Verenigen is ook ‘éénmaken’. De gemeente is dus een plaats waar gelovigen eenheid zoeken, waar gelovigen samenvoegen.
Zo betekent het woordje ‘gemeenschap’: groep mensen die iets gemeenschappelijks hebben.
Taalkundig gezien gaat het in ‘gemeente’ dus om eenheid, samenvoegen, iets gemeenschappelijks hebben.
In het oude testament werd het woord gemeente al gebruikt om het volk aan te duiden, de gelovigen die bij elkaar kwamen (Herziene Statenvertaling). In het nieuwe testament spreek Jezus over de gemeente en zien we in handelingen en in de brieven van Paulus ook veelvuldig het begrip gemeente terug komen.
God geeft de gemeente aan gelovigen om in eenheid, samengevoegd met anderen, gemeenschappelijk je geloof te beleven. Je kunt dit niet alleen. In Hebreeën 10:2325 staat:
23Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want hij die de belofte heeft gedaan is trouw.24Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen,25en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.
Ik citeer deze tekst niet om mensen te veroordelen omdat zij niet in de dienst komen. We proberen contact te hebben met mensen die we al een tijdje niet zien, om te achterhalen waarom ze er niet zijn. Maar soms worden zijn we bezig met de nood van anderen, praktische dingen en organisatorische dingen, waardoor noodzakelijke persoonlijke contacten niet tot stand komen. Natuurlijk kan het ook van twee kanten komen: trek aan de bel als er iets is!
Leiders in de Bijbel begrijpen heel goed dat zij anderen moeten inschakelen in het leiden van ‘de gemeente’. Mozes stelde leiders aan en in Handelingen zien we het ontstaan van ambten en bedieningen. Zo willen wij er ook mee om gaan en we zijn dan ook blij met onze oudsten en diakenen, die de gemeente leiden en daarbij ondersteuning bieden.
Zo hebben we, naast Siem en Marjan en Ria Capiteijns, ook Eduard Capiteijns bereid gevonden om een kring te gaan leiden. In januari willen we het kringenwerk weer ‘nieuw leven inblazen’, waarbij het veel belangrijker is dat de Heilige Geest het kringenwerk nieuw leven zal inblazen. Wij zullen u over de kringen nog nader informeren, houd dit blad en de mededelingen in de gaten alstublieft!
De onbekende schrijver van de brief aan de Hebreeën laat heel duidelijk zien dat gemeente zijn niet iets is wat oudsten, diakenen of kringleiders kunnen organiseren. Hij doet een oproep aan de gelovigen. Blijf belijden waarop je hoopt… Oftewel: kom openlijk uit voor je geloof, voor wat je gelooft. Heb het daarover met elkaar, deel dit met elkaar. Bemoedig elkaar!
Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen….
Daarmee versterk je elkaar niet alleen, maar leer je ook in een veilige omgeving over je geloof te praten en er dingen over te delen. Als je dan iemand van buiten de gemeente tegen komt die God op je pad brengt, dan kan je er met die persoon ook makkelijker over praten (weet u nog: de preek van Eduard op 16 oktober?).
In een maatschappij waarin de individualisering toeslaat en waarin materialisme en hebzucht hoogtij viert, is de gemeente een plek waar je zorgt voor elkaar en waar je met hulp van anderen groeit in je geloof, om je leven te leven, juist ook buiten de gemeente. Waar je je geloof kunt belijden, waar jij opmerkzaam bent op de ander en een ander opmerkzaam is op jou., waar je wordt aangespoord om lief te hebben en goed te doen en waar jij anderen mag aansporen om lief te hebben en goed te doen.
Laten we zonder te wankelen doorgaan met gemeente zijn! In eenheid, verenigd, samengevoegd, in onze gemeenschappelijke liefde voor Jezus en onze naaste.
Gerdo